Op zichzelf is het complementeren van de interne organisatie met externe kennis van alle tijden. Rond 500 v.Chr. bedachten de Romeinen al dat een paar consuls geen slecht idee zijn in het runnen van het keizerrijk. Hierbij zat de kracht ‘m erin dat beide consuls de capaciteiten hadden elkaar zowel te controleren als te versterken. Echter is dit exact het punt waar het de laatste jaren uit de pas begint te lopen: adverteerders lopen regelmatig te ver achter op haar bureaus.
Marketing, en in toenemende mate de daarbij horende data-oplossingen, ontwikkelen zich namelijk razendsnel. Uit het eerder genoemde onderzoek komt naar voren dat marketeers in dienst van adverteerders hun best doen up to date te zijn, maar vaak moeizamer bij blijven in vergelijking met hun vakgenoten aan de zijde van een specialistisch bureau.
Deze specialistische collega’s kunnen immers de hele dag besteden aan het werken in hun niche van het vak en het volgen van de laatste ontwikkelingen, waar adverteerders aan bureauzijde veelal verschillende (marketing)petten op hebben waar ze gedurende de week tussen schakelen.
Daarom verbaast het ons ook niet dat het onderzoek uitlicht dat (grote) merken meer kennis in huis zijn gaan halen. Dit bevordert de specialistische kennis bij adverteerders, en als gevolg daarvan de effectiviteit en efficiëntie waarmee budget aangewend wordt. Een goede zet, als je het ons vraagt, want te veel afhankelijkheid kan vervelende consequenties hebben.